Zonnepanelen zetten licht om in elektriciteit die u meteen kunt gebruiken.

Een fotovoltaïsche installatie (PV-installatie) bestaat uit de zonnepanelen zelf, een montagesysteem om de panelen op het dak te plaatsen, bekabeling en minstens één omvormer die de opgewekte gelijkstroom omzet in bruikbare wisselstroom.

Na de omvormer moet een productiemeter of groenestroommeter worden geplaatst die de elektriciteit meet die de zonnepanelen opwekken. Op basis van deze meterstanden worden groenestroomcertificaten toegekend.

Na de productiemeting kan de opgewekte elektriciteit ter plaatse verbruikt worden door uw televisie, wasmachine, verlichting, … Overtollige stroom wordt naar het net gestuurd.

’s Nachts, op donkere dagen of op momenten dat u veel verbruikt, gebruikt u indien nodig ook nog stroom van het net. De stroom die van en naar het net gaat, wordt gemeten door de facturatie- of injectiemeter (“elektriciteitsmeter” in de figuur hieronder). Deze teller draait terug wanneer uw zonnepanelen meer produceren dan u verbruikt.

— Terug